Ik heb 11 mensen onder mij.

Mijn wang drukt tegen het plafond van een blauwe MINI. Aan de andere kant van het metaal predikt de Britse vlag. De Britse vlag op mijn wang. De laatste keer dat ik een vlag op mijn wang heb getekend was tijdens het WK voetbal in ’98. Mijn andere wang plakt aan een blote schouder en mijn neus wordt gekriebeld door een mix van geuren variërend van natte hond en slechte ochtend adem tot eau de toilette en OMO wasmiddel. Met mijn uitademing probeer ik de haren van een ander uit mijn gezicht te blazen.

Mijn hele lijf wordt in de greep gehouden door 27 vrouwen lichamen. Mooie, slanke, lenige vrouwen lichamen. Maar gek genoeg maken ze het me op dit moment alles behalve aangenaam. Een elleboog drukt in mijn zij, mijn voet ligt klem tussen het raam en een klamme, warme, (lees; natte), rug. Mijn buik wordt ergens rond de blinde darm ondersteund door een harde schedel, die gelukkig iets wordt verzacht door een wilde bos krullen.

Het zuurstof gehalte zakt met de minuut. Ik wordt steeds meer bedwelmt door de lichaamswarmte, die de temperatuur steeds verder doet stijgen. Ik probeer mijn verstand op nul te zetten. Meditatie, je weet wel. Rustig in, en rustig uit ademen en vooral niet te veel nadenken. Ik heb geen idee hoe lang het nog duurt. In de verte blijven ze maar schreeuwen; ‘One more!’

Niet alleen mijn ademhaling, maar ook die van anderen wordt steeds zwaarder. De één kreunt, de ander zucht. Iedereen is uiterst geconcentreerd bezig met dat éne doel. Ego’s worden opzij gezet en iedereen haalt het uiterste uit zichzelf om dat doel te behalen. Ondanks dat het één claustrofobische, onaangename, aura-crashende, benauwde en pijnlijke situatie is.

Net op het moment dat ik me besef hoe knap het eigenlijk is wat ik hier presteer, het van de positieve kant bekijk, wordt mijn ‘bewoeste’ moment met de harde realiteit geconfronteerd door een doordringende geur die iemand uit zijn achterste heeft laten ontsnappen. Ik knijp mijn ogen dicht, mijn neus trekt zich op, ik stijf mijn lippen op elkaar. Ik wil het niet ruiken, maar ik kan er niet omheen! Die LUCHT! Maandenlang getraind en dan weet iemand het op het ‘moment suprême’ te verpesten met de naweeën van waarschijnlijk een te grote portie ‘bacon and eggs’ als ontbijt. Mijn lijf begint tegen te ‘spruttelen’, ik voel de weerstand in mijn lijf en mijn hoofd. Damn, wat doe ik hier in godsnaam! Ik moet eruit!

Er ontstaat commotie over en weer, ‘All ego’s are back on track!’. Voor me, onder me en zélfs buiten de auto. Totdat een dof geluid, een ‘kreeuw’ en een klik, de stilte terugbrengt. De deur zit dicht. Het is doodstil. Nu dus nog 5 tellen.. 3, 2, 1. De frisse lucht van buiten stroomt langzaam de auto binnen, als de deur weer open gaat. Ik persoonlijk ben blij en opgelucht, maar mijn ego heeft het gehad. We willen eruit!

Ruim 3 minuten duurt het nog voordat ik weer recht op mijn benen sta. Ik voel me 20 jaar ouder, ben buiten adem, maar wordt tegelijkertijd overspoeld met een geluksgevoel dat ik weer vrij, de frisse lucht kan inademen. Ik kijk naar de MINI en mijn 27 mede-record brekers.. ‘Wie liet in godsnaam die scheet?’

Geïnspireerd op:

http://www.telegraph.co.uk/motoring/car-manufacturers/mini/9680859/One-Mini-28-people-and-a-new-Guinness-World-Record.html

http://www.mandatory.com/2013/04/17/10-world-records-that-nobody-shouldve-wanted/1

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s